2. De in lid 1 bedoelde alternatieve voorschriften moeten een functioneel veiligheids- en milieubeschermings- en inzittendenveiligheidsniveau waarborgen dat, voor zover praktisch haalbaar, gelijkwaardig is met het door de desbetreffende, in bijlage I vermelde regelgevingen geboden niveau.
2. Les exigences de remplacement visées au paragraphe 1 doivent garantir un niveau de sécurité fonctionnelle, de protection de l’environnement et de sécurité au travail qui est équivalent, dans toute la mesure du possible, à celui assuré par les actes correspondants visés à l’annexe I.