Een persoon, zoals bedoeld in artikel 22, leden 1 en 3, en in artikel 34 bis, die in een andere dan de bevoegde lidstaat verblijft om daar een studie of een beroepsopleiding te volgen die tot een door de nationale overheid van een lidstaat erkend officieel attest leidt, alsmede de
gezinsleden die hem tijdens de duu
r van zijn verblijf vergezellen, kunnen de bepalingen van artikel 22, lid 1, onder a), doen gelden wanneer gedurende het verblijf op het grondgebied van de lidstaat waar deze persoon zijn studie of opleidin
g volgt, prestaties ...[+++]moeten worden verleend".
Toute personne visée à l'article 22, paragraphes 1 et 3, et à l'article 34 bis, qui séjourne dans un État membre autre que l'État compétent pour y suivre des études ou une formation professionnelle conduisant à une qualification officiellement reconnue par les autorités d'un État membre, ainsi que les membres de sa famille qui l'accompagnent durant son séjour sont couverts par les dispositions de l'article 22, paragraphe 1, point a), pour toute situation nécessitant des prestations durant le séjour sur le territoire de l'État membre où cette personne suit des études ou une formation professionnelle».