Tenslotte merkt spreker op dat de sanctie van de stopzetting van het onderzoek, wanneer dit wordt uitgevoerd in strijd met de bepalingen van de voorgestelde wet, volgens de Raad van State als een « passende sanctie » kan worden beschouwd in de zin van artikel 25 van het Europees Verdrag inzake de rechten van de mens en de bio-geneeskunde, zodat op dit vlak geen problemen moeten worden verwacht.
Enfin, l'intervenant fait remarquer que, selon le Conseil d'État, la sanction que constitue l'arrêt de la recherche menée en violation des dispositions de la loi proposée peut être considérée comme une « sanction appropriée » au sens de l'article 25 de la Convention européenne sur les droits de l'homme et la biomédecine, si bien qu'aucun problème n'est à prévoir à cet égard.