In § 2 wordt bepaald dat personen die geen houder zijn van het in artikel 21vicies, § 2, derde lid, bedoelde diploma maar op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze wet houder zijn van een diploma dat een opleiding bekroont, die overeenstemt met een opleidin
g van minstens drie jaar in het kader van een voltijds hoger onderwijs, en gedurende minstens vijf jaar of vanaf het einde van hun studie taken vervullen zoals bedoeld in artikel 21vicies, § 4,
deze werkzaamheden mogen blijven verrichten zonder evenwel de titel te mogen drage
...[+++]n.
Le § 2 stipule que les personnes qui ne sont pas titulaires du diplôme visé à l'article 21vicies, § 2, alinéa 3, mais qui, au moment de l'entrée en vigueur de la présente loi, sont porteurs d'un diplôme sanctionnant une formation, répondant à une formation d'au moins trois ans dans le cadre d'un enseignement supérieur de plein exercice, et qui ont été occupées pendant au moins cinq ans ou depuis la fin de leurs études, à des tâches, visées à l'article 21vicies, § 4, peuvent poursuivre ces activités.