Ze bestaan uit een schriftelijke en mondelinge kennisproef over de materie en een proef waarbij wordt nagegaan of de kandidaat over de vereiste generieke en specifieke competenties beschikt.
Elles comportent une épreuve écrite et orale de connaissance portant sur la matière et une épreuve destinée à vérifier si le candidat possède les compétences génériques et spécifiques exigées.