In het licht van de hierboven uiteengezette specifieke kenmerken, die door de wetgever zowel vóór als tijdens de aanneming van de wet van 21 maart 1991 werden erkend, en van de substantiële groei van het risico van aansprakelijkheid dat daaruit voortvloeit, lijkt het niet onverantwoord dat de wetgever het noodzakelijk heeft geacht de door De Post ten laste genomen opdrachten, met inbegrip van die welke niet onder haar monopolie vallen, aan een regeling van aansprakelijkheidsvrijstelling te onderwerpen.
En considération des spécificités exposées ci-dessus, reconnues par le législateur tant avant que lors de l'adoption de la loi du 21 mars 1991, et de l'accroissement substantiel du risque de mise en cause de la responsabilité qui en résulte, il n'apparaît pas injustifié que le législateur ait estimé nécessaire de soumettre à un régime d'exonération de responsabilité les missions assumées par La Poste, en ce compris celles ne relevant pas de son monopole.