7. spreekt met name zijn verontrusting uit over het gebrek van MONUSCO aan preventievermogen en een goed communicatievermogen met de lokale bevolking; erkent evenwel dat de aanwezigheid ervan nodig blijft en dringt erop aan dat alles in het werk wordt gesteld om ervoor te zorgen dat zij haar mandaat om allen die gevaar lopen te beschermen, volledig kan uitvoeren;
7. est particulièrement préoccupé par l'incapacité de la MONUSCO en matière de prévention et son manque d'aptitudes solides de communication avec la population locale; reconnaît néanmoins que sa présence demeure indispensable et demande que tous les efforts soient faits pour lui permettre de mener pleinement à bien le mandat qui lui a été confié de protéger les populations menacées;