6. is van mening dat moorden op gegijzelde burgers, waaronder vrouwen en kinderen, als oorlogsmisdaden moeten worden behandeld; herinnert eraan dat het Internationaal humanitair recht het doden van onschuldige burgers verbiedt; herinnert eraan dat alle bij het conflict betrokken partijen, en dus ook splintergroepen, dat recht moeten naleven;
6. estime que les assassinats d'otages civils, y compris de femmes et d'enfants, doivent être considérés comme des crimes de guerre; insiste sur le fait que la mise à mort de civils innocents est interdite par le droit international humanitaire; rappelle que ce droit doit être respecté par toutes les parties au conflit, y compris les groupes dissidents;