Bovendien werd de inlichtingendienst ervan verdacht lastercampagnes te hebben opgezet en mee aan de basis te liggen van bedreigingen en moordzaken die in tussentijd gepleegd zijn door extreemrechtse paramilitaire groeperingen, praktijken die in interne rapporten van het DAS bestempeld worden als « offensieve informatie ».
De plus, le service de renseignements est soupçonné d'avoir mis sur pied des campagnes de diffamation et d'être en partie à l'origine de menaces et de meurtres entre-temps perpétrés par des groupements paramilitaires d'extrême-droite, pratiques que les rapports internes du DAS qualifient « d'informations offensives ».