Het gelijkheidsbeginsel en het beginsel van non-discriminatie, vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, maar ook het beginsel van de vrijheid van meningsuiting (artikel 19 van de Grondwet), zorgen ervoor dat Christenen, Joden, Moslims, vrijzinnigen en alle anderen op de gemeentelijke begraafplaats begraven kunnen en moeten worden.
Les principes d'égalité et de non-discrimination, contenus dans les articles 10 et 11 de la Constitution, mais également le principe de la liberté de manifester ses opinions en toute matière (article 19 de la Constitution) ont pour effet que chrétiens, juifs, musulmans, laïques et autres peuvent et doivent être inhumés dans le cimetière communal.