Art. 3. § 1. De geneesheer die van mening is dat : 1° er een wettige reden bestaat om de speekseltest of speekselafname of bloedproef te weigeren; 2° hij niet kan oordelen over het in artikel 2, 1° vermelde motief; 3° hij de bloedproef niet moet verrichten; vermeldt dit in een onmiddellijk op te maken verslag, samen met de vermelding van de redenen van beoordeling van het motief of niet-uitvoering van de speekseltest, speekselafname of bloedproef.
Art. 3. § 1 . Le médecin qui estime : 1° qu'il existe un motif légitime pour refuser le test salivaire, le prélèvement de salive ou le prélèvement sanguin ; 2° qu'il n'est pas en mesure d'évaluer le motif visé à l'article 2, 1° ; 3° qu'il ne doit pas procéder au prélèvement sanguin; l'indique dans un rapport établi sur-le-champ en mentionnant les raisons de l'évaluation du motif ou de la non-exécution du test salivaire, du prélèvement de salive ou du prélèvement sanguin.