Uit de aan de verwijzende rechter voorgelegde feiten en uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van artikel 2, eerste lid en de
rde lid, 2°, van de voormelde wet van 4 oktober 1867 met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepaling een verschil in behandeling zou invoeren tussen twee categorieën van inverdenkinggestelden aan wie feiten worden verweten die een poging tot moord uitmaken en die zijn gepleegd m
inder dan vijf jaar nadat die inverdenkingges ...[+++]telden een gevangenisstraf van minstens één jaar hebben ondergaan of nadat die straf is verjaard : enerzijds, diegenen ten aanzien van wie de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling de verwijzing naar de correctionele rechtbank wegens verzachtende omstandigheden gelast en, anderzijds, diegenen ten aanzien van wie het onderzoeksgerecht de verwijzing naar het hof van assisen gelast.Il ressort des faits soumis au juge a quo et de la motivation de la décision de renvoi que la Cour est invitée à statuer sur la compatibilité de l'article 2, alinéas 1 et 3, 2°, de la loi du 4 octobre 1867 précité avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que cette disposition établirait une différence de traitement entre deux catégories d'inculpés auxquels sont reprochés des faits constitutifs d'une tentative d'assassinat, co
mmis moins de cinq ans après que ces inculpés ont subi ou prescrit une peine d'emprisonnement d'au moins un an : d'une part, ceux dont la chambre du conseil ou la chambre des mises en accusation ordonne l
...[+++]e renvoi devant le tribunal correctionnel en raison de circonstances atténuantes et, d'autre part, ceux dont la juridiction d'instruction ordonne le renvoi devant la cour d'assises.