1. De lidstaten bepalen dat maatregelen die voor de betrokkene een nadelig rechtsgevolg hebben of voor hem wezenlijke consequenties hebben, en die uitsluitend berusten op geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens die bedoeld is om bepaalde aspecten van zijn persoonlijkheid te beoordelen, worden verboden, tenzij zulks is toegestaan op grond van wetgeving die ook maatregelen bevat voor de bescherming van de gerechtvaardigde belangen van de betrokkene.
1. Les États membres prévoient que les mesures produisant des effets juridiques défavorables pour la personne concernée ou l'affectant de manière significative et qui sont prises sur le seul fondement d'un traitement automatisé de données à caractère personnel destiné à évaluer certains aspects personnels propres à cette personne sont interdites, à moins d'être autorisées par une loi qui prévoit également des mesures destinées à préserver les intérêts légitimes de la personne concernée.