Indien er geen in § 1 bedoelde langstlevende echtgenoot of wees is, worden de in die paragraaf bepaalde maandbedragen, met uitzondering van het maandbedrag voor de maand van het overlijden, slechts betaald aan de nalatenschap op voorwaarde dat een aanvraag wordt ingediend binnen een jaar te rekenen vanaf de datum van het overlijden».
A défaut de conjoint survivant ou d’orphelin visé au § 1 , les arrérages prévus à ce paragraphe, à l’exclusion de la mensualité afférente au mois du décès, ne sont payés à la succession qu’à condition qu’une demande soit introduite dans le délai d’un an à compter de la date du décès».