(3) Overwegende dat in artikel 7, lid 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 is bepaald dat de Commissie volgens doorzichtige procedures de indicatieve verdelingen over de lidstaten vaststelt van de vastleggingskredieten die beschikbaar zijn voor de programmering voor de jaren 2000 tot en met 2006, daarbij voor de doelstellingen 1 en 2 ten volle rekening houdend met een of meer van de objectieve criteria die op overeenkomstige wijze zijn gehanteerd
voor de voorgaande periode waarvoor de bepalingen golden van Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de Fondsen m
...[+++]et structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3193/94(3), namelijk de in aanmerking komende bevoking, de regionale welvaart, de nationale welvaart en de relatieve ernst van de structurele problemen, waaronder met name het werkloosheidspeil; (3) considérant que l'article 7, paragraphe 3, premier alinéa, du règlement (CE) n° 1260/1999 dispose que la Commission établit, suivant des procédures transparentes, des répartitions indicatives par État membre des crédits d'engagement disponibles pour la programmation des années 2000 à 2006 en tenant pleinement compte, pour les objectifs n° 1 et n° 2, d'un ou plusieurs des critères objectifs ana
logues à ceux de la période précédente couverte par le règlement (CEE) n° 2052/88 du Conseil du 24 juin 1988 concernant les Fonds à finalité structurelle, leur efficacité ainsi que la coordination de leurs interventions entre elles et celles de
...[+++]la Banque européenne d'investissement et des autres instruments existants(2), modifié en dernier lieu par le règlement (CE) n° 3193/94(3), à savoir, la population éligible, la prospérité régionale, la prospérité nationale et la gravité relative des problèmes structurels, notamment le niveau de chômage;