1. Elke in een lidstaat gevestigde organisatie ziet erop toe dat alle persoonsgegevens, zoals namen of adressen van individuele personen, alleen ter beschikking worden gesteld van het personeel van de overeenkomstig artikel 6, lid 1, aangewezen organisaties en dat zij nooit worden opgeslagen in de gegevensbank van de in artikel 6, lid 3, genoemde organisatie.
1. Chaque organisation établie dans un État membre veille à ce que toutes les données à caractère personnel, telles que les noms ou adresses de personnes, soient uniquement mises à disposition du personnel des organisations désigné en vertu de l'article 6, paragraphe 1, et à ce qu'elles ne soient pas enregistrées dans la base de données de l'organisation visée à l'article 6, paragraphe 3.