Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Namen
Wordt gehecht

Traduction de «namen van gefailleerden » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Unie onder voorbehoud van de sluiting te ondertekenen, en namens de Unie de volgende [verklaring af te leggen/kennisgeving te doen], die aan de [(slotakte van de) overeenkomst] wordt gehecht:

Le président du Conseil est autorisé à désigner la ou les personnes habilitées à signer l'accord au nom de l'Union, sous réserve de sa conclusion, et à procéder à la [déclaration / notification] suivante [qui est jointe à [(l'acte final de) l'accord / …]]:




verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie

déclaration de la présidence au nom de l'Union européenne


Overeenkomst inzake de wet welke van toepassing is op namen en voornamen

Convention sur la loi applicable aux noms et prénoms


TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Verder mogen de namen van gefailleerden die niet gefraudeerd hebben niet op bepaalde lijsten terechtkomen, waardoor de mogelijkheid tot het verkrijgen van leningen bij banken beperkt wordt.

Les banques et institutions financières devraient, quant à elles, être moins frileuses vis-à-vis des entrepreneurs qui redémarrent. Aussi, les noms des faillis non frauduleux ne devraient pas figurer sur les listes restreignant l’accès au crédit du secteur bancaire.


Op prejudiciële vraag van de rechtbank van koophandel te Namen oordeelde het Grondwettelijk Hof dat ook in het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, een strijdigheid met de artikelen 10 en 11 G. W. vervat zit (Grondwettelijk Hof, 12 juli 2006, arrest nr. 119/2006).

Saisie d'une question préjudicielle posée par le tribunal de commerce de Namur, la Cour constitutionnelle a considéré que l'arrêté royal nº 22 du 24 octobre 1934 relatif à l'interdiction judiciaire faite à certains condamnés et aux faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités est lui aussi contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution (Cour constitutionnelle, 12 juillet 2006, arrêt nº 119/2006).


Op prejudiciële vraag van de rechtbank van koophandel te Namen oordeelde het Grondwettelijk Hof dat ook in het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, een strijdigheid met de artikelen 10 en 11 G. W. vervat zit (Grondwettelijk Hof, 12 juli 2006, arrest nr. 119/2006).

Saisie d'une question préjudicielle posée par le tribunal de commerce de Namur, la Cour constitutionnelle a considéré que l'arrêté royal nº 22 du 24 octobre 1934 relatif à l'interdiction judiciaire faite à certains condamnés et aux faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités est lui aussi contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution (Cour constitutionnelle, 12 juillet 2006, arrêt nº 119/2006).


Op prejudiciële vraag van de rechtbank van koophandel te Namen oordeelde het Hof dat ook in het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, een strijdigheid met de artikelen 10 en 11 G.W. vervat zit.

Saisie d'une question préjudicielle posée par le tribunal de commerce de Namur, la Cour a considéré que l'arrêté royal nº 22 du 24 octobre 1934 relatif à l'interdiction judiciaire faite à certains condamnés et aux faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités est lui aussi contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Op prejudiciële vraag van de rechtbank van koophandel te Namen oordeelde het Grondwettelijk Hof dat ook in het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, een strijdigheid met de artikelen 10 en 11 G.W. vervat zit (Grondwettelijk Hof, 12 juli 2006, arrest nr. 119/2006).

Saisie d'une question préjudicielle posée par le tribunal de commerce de Namur, la Cour constitutionnelle a considéré que l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 relatif à l'interdiction judiciaire faite à certains condamnés et aux faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités est lui aussi contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution (Cour constitutionnelle, 12 juillet 2006, arrêt n° 119/2006).


Op prejudiciële vraag van de rechtbank van koophandel te Namen oordeelde het Grondwettelijk Hof dat ook in het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, een strijdigheid met de artikelen 10 en 11 G.W. vervat zit (Grondwettelijk Hof, 12 juli 2006, arrest nr. 119/2006).

Saisie d'une question préjudicielle posée par le tribunal de commerce de Namur, la Cour constitutionnelle a considéré que l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 relatif à l'interdiction judiciaire faite à certains condamnés et aux faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités est lui aussi contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution (Cour constitutionnelle, 12 juillet 2006, arrêt n° 119/2006).


In zake : de prejudiciële vraag over artikel 3bis, § 2, van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering, gesteld door de Rechtbank van Koophandel te Namen.

En cause : la question préjudicielle concernant l'article 3bis, § 2, de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 relatif à l'interdiction judiciaire faite à certains condamnés et aux faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités, inséré par la loi du 4 août 1978 de réorientation économique, posée par le Tribunal de commerce de Namur.


In zake : de prejudiciële vragen over artikel 3bis, § 2, van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering, gesteld door de Rechtbank van Koophandel te Namen.

En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 3bis, § 2, de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 relatif à l'interdiction judiciaire faite à certains condamnés et aux faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités, inséré par la loi du 4 août 1978 de réorientation économique, posées par le Tribunal de commerce de Namur.


de prejudiciële vraag over artikel 3bis, §2, van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering, gesteld door de Rechtbank van Koophandel te Namen (rolnummer 3806).

la question préjudicielle relative à l'article 3bis, §2, de l'arrêté royal nº 22 du 24 octobre 1934 relatif à l'interdiction judiciaire faite à certains condamnés et aux faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités, inséré par la loi du 4 août 1978 de réorientation économique, posée par le Tribunal de commerce de Namur (numéro du rôle 3806).


de prejudiciële vragen betreffende artikel 3bis, §2, van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, gesteld door de Rechtbank van koophandel te Namen (rolnummer 2962);

les questions préjudicielles relatives à l'article 3bis, §2, de l'arrêté royal nº 22 du 24 octobre 1934 relatif à l'interdiction judiciaire faite à certains condamnés et aux faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités, posées par le Tribunal de commerce de Namur (numéro du rôle 2962) ;




D'autres ont cherché : overeenkomst     die aan     verklaring af te leggen kennisgeving te doen     wordt gehecht     namen van gefailleerden     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'namen van gefailleerden' ->

Date index: 2024-04-07
w