De grondwetgever heef
t echter tijdens de vorige zittingsperiode gepoogd een dergelijk artikel aan te nemen in verband met het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (artikel 32bis) en die o
plossing stuitte op heel wat theoretische en praktische bezwaren (zie het verslag v
an de heer Barbeaux namens de Commissie voor de institutionele aangelegenheden van de Senaat, stuk Senaat, 2002-2003, nr.
...[+++]2-897/6).
Cependant, le constituant a, lors de la législature précédente, tenté d'adopter un tel article à propros de la Convention des droits de l'homme et du citoyen (article 32bis) et cette solution s'est heurtée à de nombreux obstacles théoriques et pratiques (voir le rapport fait par M. Barbeaux au nom de la commission des Affaires institutionnelles du Sénat, doc. Sénat, 2002-2003, nº 2-897/6).