De lidstaten moeten de nationale parlementen, de sociale partners, de maatschappelijke organisaties en de regionale en lokale autoriteiten nauw betrekken bij het ontwerp en de uitvoering van relevante hervormingen en beleidslijnen, in overeenstemming met het partnerschapsbeginsel en de nationale praktijken, en de werking en de doeltreffendheid van de sociale dialoog op nationaal niveau ondersteunen, met name in die landen waar grote problemen bestaan met loondevaluaties als gevolg van de recente deregulering van de arbeidsmarkten en de zwakke positie van collectieve onderhandelingen .
Dans le respect du principe de partenariat et de leurs pratiques nationales, les États membres devraient étroitement associer les parlements nationaux, les partenaires sociaux, les organisations de la société civile et les autorités régionales et locales à la conception et à l'application des réformes et politiques concernées, tout en favorisant l'amélioration du fonctionnement et l'efficacité du dialogue social à l'échelon national, en particulier dans les pays en proie à d'importants problèmes de dévaluation des salaires causés par la récente déréglementation des marchés du travail et la faiblesse de la négociation collective.
