Voorts vraagt de Raad hoe nationale autoriteiten dienen na te gaan wat binnen deze context een daad van vervolging ten aanzien van homoseksuele activiteiten vormt en of er sprake is van vervolging indien deze activiteiten in het land van herkomst van de verzoeker strafbaar zijn gesteld, met de mogelijkheid van oplegging van gevangenisstraf.
En outre, elle souhaite savoir comment les autorités nationales doivent évaluer ce qui constitue un acte de persécution à l’encontre des activités homosexuelles dans ce contexte et si la pénalisation de ces activités dans le pays d’origine du demandeur, laquelle peut mener à la réclusion, constitue une persécution.