Bij de hervormingen tot vervollediging van de federale staatsstructuur tussen 1988 en 1993 konden een aantal tendenzen vastgesteld worden inzake de algemene regels betreffende de onverenigbaarheden met nationale politieke mandaten. Niet de minst belangrijke daarvan was de afschaffing van de absolute onverenigbaarheid tussen de hoedanigheid van rijksambtenaar en dit van lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers of van de Senaat.
À l'occasion des réformes visant à achever la structure fédérale de l'État, qui furent décidées entre 1988 et 1993, l'on a pu relever un certain nombre de tendances concernant les règles générales applicables aux titulaires de mandats politiques nationaux, pour ce qui est des incompatibilités, et, notamment, la nette tendance à supprimer l'incompatibilité absolue entre la qualité d'agent de l'État et celle de membre de la Chambre des représentants ou du Sénat.