De vervallenverklaring van de Belgische nationaliteit kan op vordering van het openbaar ministerie door de rechter worden uitgesproken ten aanzien van Belgen die hun nationaliteit niet hebben verkregen van een ouder of een adoptant die Belg was op de dag van hun geboorte en van Belgen wier nationaliteit niet werd toegekend op grond van artikel 11, § 1, eerste lid, 1° en 2° : 1° indien zij als dader, mededader of medeplichtige veroordeeld werden tot een gevangenisstraf van ten minste vijf jaar zonder uitstel voor een misdrijf vermeld in de artikelen 101 tot 112, 113 tot 120bis, 120quater, 120sexies, 120octies, 121 tot 123, 123ter, 123quater, tweede lid, 124 tot 134, 136bis, 136ter, 136quater, 136quinquies, 136sexies en 136septies, 137, 138,
...[+++]139, 140, 141, 331bis, 433quinquies tot 433octies, 477 tot 477sexies en 488bis van het Strafwetboek en de artikelen 77bis, 77ter, 77quater en 77quinquies van de vreemdelingenwet, voor zover zij de hen ten laste gelegde feiten hebben gepleegd binnen tien jaar vanaf de dag waarop zij de Belgische nationaliteit hebben verworven, met uitzondering van de misdrijven bedoeld in de artikelen 136bis, 136ter en 136quater van het Strafwetboek; 2° indien zij als dader, mededader of medeplichtige veroordeeld werden tot een gevangenisstraf van ten minste vijf jaar zonder uitstel voor het plegen van een misdrijf waarvan het plegen kennelijk werd vergemakkelijkt door het bezit van de Belgische nationaliteit, voor zover zij het misdrijf hebben gepleegd binnen vijf jaar vanaf de dag waarop zij de Belgische nationaliteit hebben verworven; 3° indien zij de Belgische nationaliteit hebben verkregen door huwelijk krachtens artikel 12bis, § 1, 3°, en indien dit huwelijk is nietig verklaard wegens schijnhuwelijk zoals omschreven in artikel 146bis van het Burgerlijk Wetboek, onder voorbehoud van de bepalingen van de artikelen 201 en 202 van het Burgerlijk Wetboek.L
a déchéance de la nationalité belge peut être prononcée par le juge sur réquisition du ministère public à l'égard de Belges qui ne tiennent pas leur nationalité d'un auteur ou adoptant belge au jour de leur naissance et des Belges qui ne se sont pas vu attribuer leur nationalité en vertu de l'article 11, § 1 , alinéa 1 , 1° et 2° : 1° s'ils ont été condamnés, comme auteur, coauteur ou complice, à une peine d'emprisonnement d'au moins cinq ans sans sursis pour une infraction visée aux articles 101 à 112, 113 à 120bis, 120quater, 120sexies, 120octies, 121 à 123, 123ter, 123quater, alinéa 2, 124 à 134, 136bis, 136ter, 136quater, 136quinqui
...[+++]es, 136sexies et 136septies, 137, 138, 139, 140, 141, 331bis, 433quinquies à 433octies, 477 à 477sexies et 488bis du Code pénal et aux articles 77bis, 77ter, 77quater et 77quinquies de la loi sur les étrangers, pour autant que les faits leur reprochés aient été commis dans les dix ans à compter de la date d'obtention de la nationalité belge, à l'exception des infractions visées aux articles 136bis, 136ter et 136quater du Code pénal; 2° s'ils ont été condamnés, comme auteur, coauteur ou complice à une peine d'emprisonnement de cinq ans sans sursis pour une infraction dont la commission a été manifestement facilitée par la possession de la nationalité belge, pour autant que l'infraction ait été commise dans les cinq ans à compter de la date d'obtention de la nationalité belge; 3° s'ils ont acquis la nationalité belge par mariage conformément à l'article 12bis, § 1 , 3°, et que ce mariage a été annulé pour cause de mariage de complaisance tel que décrit à l'article 146bis du Code civil, sous réserve des dispositions des articles 201 et 202 du Code civil.