Het Verdrag van Genève bepaalt dat een persoon, om recht te hebben op de vluchtelingenstatus, een gegronde vrees moet hebben voor vervolging op grond van ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot van een bepaalde sociale groep of politieke overtuiging.
La Convention de Genève stipule que, pour avoir accès au statut de réfugié, il faut craindre "avec raison d'être persécuté du fait de sa race, de sa religion, de sa nationalité, de son appartenance à un certain groupe social ou de ses opinions politiques".