Vervolgens wees de heer van Mierlo erop dat de banden tussen de Unie en de landen uit Centraal- en Oost-Europa almaar nauwer werden aangehaald (in dat verband verklaarde hij dat de Top van Amsterdam een duidelijk politiek signaal moest uitzenden om een snelle toetreding van die landen mogelijk te maken) en dat de Unie een almaar intensere dialoog met de landen uit het Middellandse-Zeegebied (Conferentie van Barcelona in november 1995 en van Malta in april 1997) had gevoerd.
M. Van Mierlo a ensuite rappelé que les relations de l'Union avec les pays d'Europe centrale et orientale étaient de plus en plus étroites (le Sommet d'Amsterdam doit être un signal politique clair en faveur de l'adhésion prochaine de ces pays a-t-il affirmé) et que l'Union avait intensifié le dialogue avec les pays de la zone méditerranéenne (Conférence de Barcelone de novembre 1995 et de Malte d'avril 1997).