3. a) Hoe kijkt u aan tegen het voorstel dat door de Nederlanders werd geformuleerd? b) Ziet u heil in een aanpassing van de wetgeving? c) Op welke manier kan aan buitenlandse treinbegeleiders een zekere politionele bevoegdheid gegeven worden op ons grondgebied? d) Werd hierover al overleg gepleegd met de minister van Binnenlandse Zaken?
3. a) Que pensez-vous de la proposition formulée par les Néerlandais ? b) À votre avis, une modification de la loi présente-t-elle un intérêt ? c) De quelle manière peut-on conférer une certaine compétence de police aux accompagnateurs de trains étrangers sur notre territoire ? d) Une concertation a-t-elle déjà été organisée sur le sujet avec le ministre de l'Intérieur ?