Het Hof van Cassatie ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid van die bepalingen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij bepalen dat de rechtsonderhorige voor het hof van beroep alleen een nieuw bezwaar in de zin van die artikelen mag aanvoeren wanneer hij de daarin bepaalde beperkende voorwaarden in acht neemt, terwijl diezelfde rechtsonderhorige, wanneer hij aan het gemeen recht is onderworpen, te allen tijde, tot aan de sluiting der debatten, nieuwe bezwaren mag aanvoeren op grond van de artikelen 807 en 808 van het Gerechtelijk Wetboek.
La Cour de cassation interroge la Cour sur la compatibilité de ces dispositions avec les articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'elles ne permettent au justiciable d'invoquer devant la cour d'appel un grief nouveau au sens de ces articles que dans les conditions restrictives qu'ils prévoient alors que ce même justiciable, lorsqu'il est soumis au droit commun, peut invoquer à tout moment, jusqu'à la clôture des débats, des griefs nouveaux en vertu des articles 807 et 808 du Code judiciaire.