Art. 49. Met uitzondering van de centrale uitgavenrekening en de rekening(en) voorzien in artikel 48, tweede lid, en de rekeningen met termijnbeleggingen, mag geen enkele rekening een negatief saldo vertonen.
Art. 49. A l'exception du compte central des dépenses, du ou des comptes prévus à l'article 48, alinéa 2, et des comptes de placements, aucun compte ne peut présenter un solde négatif.