4. Indien er op grond van de beschikbare wetenschappelijke en technische gegevens redenen zijn om te veronderstellen dat het gebruik van het specifieke diervoeder wellicht niet aan het beoogde bijzondere voedingsdoel voldoet of een negatieve uitwerking heeft op de gezondheid van dieren en mensen, het milieu of het dierenwelzijn, vraagt de Commissie binnen drie maanden na ontvangst van een geldig verzoek het advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (hierna „de Autoriteit” genoemd).
4. Si, sur la base des informations scientifiques et technologiques disponibles, la Commission a des raisons de croire que l’utilisation de l’aliment pour animaux en question pourrait ne pas répondre à l’objectif nutritionnel particulier auquel il est destiné ou pourrait avoir des effets négatifs sur la santé animale, la santé humaine, l’environnement ou le bien-être des animaux, elle demande, dans un délai de trois mois à compter de la réception d’une demande recevable, l’avis de l’Autorité européenne de sécurité des aliments (ci-après dénommée «l’Autorité»).