Daaruit volgt dat het door de verzoekende partij aan het Hof voorgelegde verschil in behandeling in die zin moet worden begrepen dat het het verschil beoogt dat, op het vlak van de maximumduur van de opsluiting in een strafcel, wordt gemaakt tussen gedetineerden die een tuchtrechtelijke inbreuk van de eerste categorie hebben gepleegd en diegenen bij wie de inbreuk gepaard is gegaan met een gijzelneming : in het eerste geval bedraagt de maximumduur negen dagen, terwijl zij in het tweede geval op veertien dagen wordt gebracht.
Il s'ensuit que la différence de traitement soumise à la Cour par la partie requérante doit être entendue comme visant celle faite, au niveau de la durée maximale d'enfermement en cellule de punition, entre les détenus ayant commis une infraction disciplinaire de première catégorie et ceux pour lesquels l'infraction a été accompagnée d'une prise d'otage : dans le premier cas, la durée maximale est de neuf jours, alors qu'elle est portée à quatorze jours dans le second cas.