Uit die wijzigingen volgt dat afdeling III van de wet van 1 augustus 1985, in tegenstelling met afdeling II, het slachtoffer en zijn rechthebbenden een recht op de bijzondere vergoeding wegens morele schade verleent ten beware van de Staat, waarbij de rechtbanken van de rechterlijke Orde volgens het gemene recht bevoegd blijven om kennis te nemen van de geschillen aangaande dat recht (7).
Il résulte de ces modifications que, à la différence de la section II, la section III de la loi du 1 août 1985 confère à la victime et à ses ayants droits, un droit à l'indemnité spéciale pour dommage moral, à charge de l'Etat, les juridictions de l'Ordre judiciaire restant, selon le droit commun, compétentes pour connaître des contestations relatives à ce droit (7).