Indien zij, als gevolg van de behoeften van de dienst, niet het geheel of een deel van hun jaarlijks vakantiev
erlof hebben kunnen nemen vóór de definitieve ambtsneerlegging, wordt aan de per
soneelsleden van de Kabinetten bedoeld in de artikelen 4 en 7 van dit besluit die de uitoefening van hun ambt niet cumuleren met een andere beroepsactiviteit, en aan de personeelsleden bedoeld in artikel 11 die de vaste vertrektoelage bedoeld in artikel 25 niet genieten, een compenserende toelage toegekend waarvan het bedrag gelijk is aan hun laats
...[+++]te wedde in verband met de niet genomen verlofdagen.
Si par suite des nécessités du service, ils n'ont pu prendre tout ou partie de leur congé annuel de vacances avant la cessation définitive de leurs fonctions, il est octroyé aux membres du personnel des Cabinets visés aux articles 4 et 7 du présent arrêté qui n'exercent pas leurs fonctions en cumul avec une autre activité professionnelle et, aux membres du personnel visés à l'article 11, qui ne bénéficient pas de l'allocation forfaitaire de départ prévue à l'article 25, une allocation compensatoire dont le montant est égal à leur dernier traitement afférent aux jours de congé non pris.