R. overwegende dat het in het Groenboek gemaakte onderscheid tussen netwerkafhankelijke economische sectoren, andere diensten van algemeen economisch belang en diensten van algemeen niet-economisch belang zinvol is, en dat de Gemeenschapsregelgeving voor specifieke sectoren alleen in het tweede geval vrijwel automatisch van toepassing is en projecten die daarbuiten vallen, individueel moeten worden beoordeeld en met het subsidiariteitsbeginsel moeten stroken,
R. considérant que la distinction établie dans le Livre vert entre: 1°. industries de réseau; 2°. autres services d'intérêt économique général; et 3°. services d'intérêt non économique général est pertinente, que des réglementations sectorielles de droit communautaire ne sont d'application quasiment automatique que dans le deuxième cas et que les projets qui vont au-delà doivent être débattus en détail et être compatibles avec le principe de subsidiarité,