Men ziet niet in hoeverre, door een eenvoudige verwijzing naar artikel 24, § 1, derde lid, van de Grondwet, dat bepaalt dat de Gemeenschap neutraal onderwijs inricht, en naar het decreet van 31 maart 1994 « houdende bepaling van de neutraliteit van het Gemeenschapsonderwijs », de schending van de onderwijsvrijheid, door het decreet van 26 april 1999, kan worden verantwoord.
On ne voit pas en quoi la simple référence à l'article 24, § 1, alinéa 3, de la Constitution, qui impose que la Communauté organise un enseignement neutre, et au décret du 31 mars 1994 « définissant la neutralité de l'enseignement de la Communauté » permet de justifier l'entorse à la liberté d'enseignement qui est réalisée à travers le décret du 26 avril 1999.