De minister die de Economische Zaken onder zijn bevoegdheden heeft of zijn gemachtigde kan een geldboete opleggen aan de vennootschappen die de door de artikelen 83, 2·, 98, 100, 120 of 193 bedoelde verplichting tot
neerlegging van de jaarrekening, de geconsolideerde jaarrekening of de stukken die er samen mee moeten
worden neergelegd, niet zijn nagekomen binne
n zeven maanden na de afsluitingsdatum van het boekjaar waarop deze stukken betrekking hebben
...[+++], onverminderd het recht voor de betrokken vennootschap om schriftelijk en tijdig de overmacht in te roepen en te bewijzen.
Le ministre qui a les Affaires économiques dans ses attributions ou son délégué peut infliger une amende aux sociétés qui n’ont pas procédé au dépôt des comptes annuels, des comptes consolidés ou des documents à déposer en même temps que ces comptes, visé, suivant le cas, aux articles 83, 2·, 98, 100, 120 ou 193, dans les sept mois suivant la date de clôture de l’exercice auquel ces documents se rapportent, sans préjudice du droit pour la société concernée d’invoquer et de prouver la force majeure par écrit et en temps utile.