Het Hof van beroep van Brussel heeft in een arrest van 18 juni 2003, op grond van de rechtspraak van het Hof van cassatie - arrest van 16 september 1998 - de nietigheid uitgesproken van de verklaringen in een proces-verbaal omdat erin vermeld stond dat de verhoren hadden plaatsgevonden met de hulp van een tolk van wie de hoedanigheid van beëdigd tolk niet was vastgesteld.
La Cour d'appel de Bruxelles, dans un arrêt du 18 juin 2003, basé sur la jurisprudence de la Cour de cassation - arrêt du 16 septembre 1998 -, a prononcé la nullité des déclarations contenues dans un procès-verbal car celui-ci mentionnait que les auditions avaient eu lieu avec l'aide d'un interprète, sans que sa qualité d'interprète juré n'ait été constatée.