H
ij kan zich niet beroepen op de vergoedingsregeling van het Waarborgfonds om reden van een « toevallig f
eit » omdat, ook al leverde het rijgedrag van de bestuurder van het niet-geïdentificeerde voertuig voor de bestuurder van het geïdentificeerde voertuig een toevallig feit op, dat toevallig feit niet de reden is waarom geen enkele erkende verzekeringsonderneming tot vergoeding van de toegebrachte schade verplicht is, maar wel het feit dat de identiteit van het voertuig dat het ongeval heeft veroorzaakt niet is vastgesteld (Cass., 20
...[+++] juni 1991, Arr. Cass., 1990-1991, nr. 548; Cass., 25 juni 1992, Arr. Cass., 1991-1992, nr. 566; Cass., 8 mei 1998, Arr. Cass., 1998, nr. 230).
Il ne peut pas invoquer le régime d'indemnisation du Fonds de garantie applicable en raison d'un « cas fortuit », parce que, même si le comportement du conducteur du véhicule non identifié a constitué pour le conducteur du véhicule identifié un cas fortuit, ce n'est pas en raison de ce cas fortuit qu'aucune entreprise d'assurances agréée n'est tenue de réparer le dommage, mais bien parce que l'identité du véhicule ayant causé l'accident n'est pas établie (Cass., 20 juin 1991, Pas., 1991, I, n° 548; Cass., 25 juin 1992, Pas., 1992, I, n° 566; Cass., 8 mai 1998, Pas., 1998, I, n° 230).