De Raad van State stelt zelf een oplossing voor : « Om deze reden is het raadzaam zowel het begin- als eindpunt van het mandaat te bepalen, zodanig dat er geen overlapping is tussen de mandaten van niet wederom verkozen leden en mandaten van nieuw verkozen leden (29) ».
Le Conseil d'État suggère lui-même une solution : « Pour cette raison, il conviendrait de fixer tant le début que la fin du mandat et ce, de telle manière qu'il n'y ait pas de chevauchement entre les mandataires non réélus et les mandataires nouvellement élus (29)».