10. In haar antwoord op het met redenen omkleed advies van de Commissie heeft de Belgische regering erkend dat, gezien de aard van de betrokken toestellen en met name het feit dat het gevaar voor storingen van de radioberichtgeving, hoewel niet onbestaande, gering was, het thans geldende vereiste van voorafgaande goedkeuring in bepaalde gevallen onevenredig kon zijn.
10. Dans sa réponse à l'avis motivé de la Commission, le Gouvernement belge a admis que, étant donné la nature des appareils en question et, notamment, le fait que, sans être inexistant, le risque de perturbations des radiocommunications était faible, l'exigence d'un agrément préalable actuellement en vigueur pouvait dans certains cas être disproportionnée.