Er dient inderdaad een onderscheid gemaakt te worden, tussen enerzijds, hetgeen bepaald is in artikel 29, §§ 1 en 2, eerste lid, van de Richtlijn 2001/14/EG met betrekking tot de aanneming van bijzondere maatregelen door de infrastructuurbeheerder in geval van verstoring met het oog op het herstel van de normale toestand en de afschaffing van treinpaden, en anderzijds, de nieuwe toewijzing van treinpaden die noodzakelijk kan zijn als gevolg van de toepassing van gemeld artikel 29 en die een nieuwe beslissing omvat en niet enkel een zuiver toepassing is van de initiële toewijzingsbeslissing.
En effet, il convient d'opérer une distinction entre, d'une part, ce que prévoit l'article 29, §§ 1 et 2, al. 1, de la Directive 2001/14/CE qui concernent l'adoption de mesures particulières par le gestionnaire de l'infrastructure en cas de perturbation afin d'assurer le rétablissement de la situation à la normale et la suppression de sillons et, d'autre part, la réallocation de sillons qui peut s'avérer indispensable suite à l'application dudit article 29 et qui consiste en une nouvelle décision et non en une pure application de la décision d'allocation initiale.