« Schendt artikel 248 van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 tot 12 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de bepalingen van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre daaruit voortvloeit dat een onderzoek dat is afgesloten bij een beslissing van buitenvervolgingstelling, wegens het opduiken van nieuwe bezwaren slechts kan worden heropend op het enkele initiatief van het openbaar ministerie en met uitsluiting van de burgerlijke partij, die over geen enkel beroep beschikt tegen de negatieve beslissing van de openbare partij ?
« L'article 248 du Code d'instruction criminelle viole-t-il les articles 10 à 12 de la Constitution, lus en combinaison avec les dispositions de la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, en ce qu'il en résulte qu'une instruction close par une décision de non-lieu ne peut être rouverte en raison de la survenance de nouvelles charges qu'à la seule initiative du ministère public et à l'exclusion de la partie civile, laquelle ne dispose d'aucun recours à l'encontre de la décision négative de la partie publique ?