56. benadrukt dat de EU al reeds lange tijd betrekkingen onderhoudt met de Europese landen van het Zuidelijk Nabuurschap; verzoekt om de beginselen die aan de basis liggen van de nieuwe ENB-benadering, zoals uiteengezet in de bovengenoemde gezamenlijke mededelingen - met name de beginselen van „meer-voor-meer”, differentiatie en wederzijdse verantwoordingsplicht, alsmede het „partnerschap met de samenleving” - volledig toe te passen en om de steun van de Unie volledig af te stemmen op deze nieuwe benadering;
56. appelle l'attention sur les relations de longue date de l'Union européenne avec les pays du voisinage méridional de l'Europe; demande que les principes à la base de la nouvelle approche de la PEV, telle qu'exposée par la VP/HR et la Commission dans les communications conjointes précitées, en particulier le principe «donner plus pour recevoir plus», le principe de différenciation et le principe de responsabilité mutuelle et le «partenariat avec la société», soient intégralement appliqués et que l'aide de l'Union soit mise en adéquation totale avec cette nouvelle approche;