Zo werden er vanaf 1 januari 2007 nieuwe sterftetafels opgesteld en werd de rentevoet of het gewaarborgd rendement van 4,25 procent aangepast aan de gebruikelijke rentevoet voor de aanvullende pensioenen en levensverzekeringen van 3,78 procent.
Ainsi, à partir du 1er janvier 2007, de nouvelles tables de mortalité ont été réalisées, le taux d'intérêt ou rendement garanti de 4,25 % a été adapté au taux d'intérêt usuel pour les pensions complémentaires et assurances-vie, à savoir 3,78 %.