2. Met het oog op de ontwikkeling van indirecte samenwerkingsactiviteiten kan elke Nieuw-Zeelandse deelnemer of deelnemer van de Gemeenschap, met instemming van de andere deelnemers aan dat programma of project en in overeenstemming met de respectieve wet- en regelgeving van de partijen en de relevante regels voor deelname aan deze programma’s of projecten, deelnemen aan alle onderzoeksprogramma’s of -projecten die door de andere partij worden geleid of gefinancierd.
2. Aux fins des activités de coopération indirectes, tout participant de la Nouvelle-Zélande ou de la Communauté peut collaborer à tout programme ou projet de recherche géré ou financé par l’autre partie, en accord avec les autres participants à ce programme ou projet et conformément aux lois et aux règlements respectifs des parties et aux règles correspondantes régissant la participation à ces programmes ou projets.