2. Overwegende dat voor beroepen waarvoor de Gemeenschap het vereis
te minimumopleidingsniveau niet heeft vastgesteld, de Lid-
Staten het recht behouden om dat niveau vast te stellen, om de kwaliteit van de op hun grondgebied verleende diensten te waarborgen; dat zij zonder inbreuk te maken op hun verplichtingen als bedoeld in de artikelen 5, 48, 52 en 59 van het Verdrag, een onderdaan van een Lid-Staat evenwel niet mogen verplichten bepaalde kwalificaties te verwerven die zij over het algemeen slechts vaststellen door verwijzing naar
...[+++] de kwalificaties die in het kader van hun eigen nationale opleidingsstelsel gelden, terwijl de betrokkene al deze kwalificaties of een deel daarvan reeds in een andere Lid-Staat heeft verworven; dat elke ontvangende Lid-Staat waar een beroep is gereglementeerd, dientengevolge verplicht is rekening te houden met in een andere Lid-Staat verworven kwalificaties en na te gaan of die met de door hem geëiste kwalificaties overeenstemmen; (2) considérant que, pour les professions pour l'exercice desquelles la Communauté n
'a pas déterminé le niveau minimal de qualification nécessaire, les Etats membres conservent la faculté de fixer ce niveau de manière à garantir la qualité des prestations fournies sur leur territoire; qu'ils ne peuvent, toutefois, sans méconnaître leurs obligations visées aux articles 5, 48, 52 et 59 du traité, imposer à un ressortissant d'un Etat membre d'acquérir des qualifications qu'ils se bornent généralement à déterminer par. référence à celles délivrées dans le cadre de leur système national de formation, alors que l'intéressé a déjà acquis tout
...[+++]ou partie de ces qualifications dans un autre Etat membre; que, en conséquence, tout Etat membre d'accueil dans lequel une profession est réglementée est tenu de prendre en compte les qualifications acquises dans un autre Etat membre et d'apprécier si celles-ci correspondent à celles qu'il exige;