Het is duidelijk dat het recht van elke lidstaat om voorstellen in te dienen, gecombineerd met het om de zes maanden roulerende voorzitterschap, tot gevolg heeft dat het stellen van prioriteiten uitzonderlijk moeilijk of onmogelijk wordt gemaakt, aangezien de lidstaten tot dusverre niet in staat zijn geweest tot een algemene overeenkomst te komen, terwijl hun voorstellen in de meeste gevallen het resultaat zijn van incidentele omstandigheden (bijvoorbeeld de aanslagen van 11 september) of van zuiver nationale omstandigheden, waardoor problemen die voornamelijk louter nationaal van aard zijn naar het Europese niveau worden overgeheveld.
Il est évident que le droit de chaque État membre de présenter des propositions a pour effet, parallèlement à la rotation de la présidence tous les six mois, de compliquer de façon inextricable ou d'empêcher le choix de priorités, dans la mesure où les États membres n'ont pas su arrêter d'accords globaux jusqu'à présent et où leurs propositions sont, la plupart du temps, le résultat de circonstances conjoncturelles (comme par exemple après les attentats du 11 septembre) ou de circonstances purement nationales, transposant à l'échelle européenne des problèmes de caractère essentiellement national.