Hieruit blijkt dat het systeem van de vergelijkende selectie principieel is aanvaard, zelfs als de afdeling wetgeving van de Raad van State de nadruk legt op de mogelijkheden die het in de praktijk kan opleveren en op de " uitgebreide motiveringsplicht" van het examenresultaat, de vergelijking van de titels en verdiensten van de kandidaten blijven dan wel de regel om, overeenkomstig artikel 9, § 3, van het APKB 2000, te zorgen voor " een objectief wervingssysteem dat, naar
vorm en inhoud, de nodige waarborgen biedt inzake gelijke behandeling, verbod van willekeur, onafhankel
...[+++]ijkheid en onpartijdigheid" .
Il en résulte que le système de la sélection comparative a été admis en son principe, même si la section de législation du Conseil d'Etat met l'accent sur les difficultés qu'il est susceptible de susciter dans la pratique et sur l'« obligation de motivation étendue » qu'il implique, la comparaison des titres et mérites des candidats demeurant la règle en vue d'assurer, conformément à l'article 9, § 3, de l'ARPG 2000, un « recrutement objectif qui, quant à sa forme et son contenu, offre les garanties nécessaires en matière d'égalité de traitement, d'interdiction de l'arbitraire, d'indépendance et d'impartialité ».