1. De lidstaten treffen de maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat zeevarenden die dienstdoen op een schip als bedoeld in artikel 2, ten minste een opleiding hebben genoten die voldoet aan de eisen van het STCW-verdrag, opgenomen in bijlage I bij deze richtlijn, en houder zijn van een bewijs zoals omschreven in artikel 1, punten 36 en 37, en/of van een schriftelijk bewijs zoals omschreven in artikel 1, punt 38.
1. Les États membres prennent les mesures nécessaires pour que les gens de mer servant à bord d'un navire visé à l'article 2 reçoivent une formation qui soit au moins conforme aux prescriptions de la convention STCW, telles qu'elles sont énoncées à l'annexe I de la présente directive, et pour qu'ils soient titulaires d'un brevet au sens de l'article 1, points 36) et 37) et/ou d'une attestation au sens de l'article 1, point 38)".