(8) Overwegende dat teneinde aan de vereisten van genoemd artikel 4 te voldoen, de Commissie een Europees programma inzake luchtkwaliteit, emissies van het wegverkeer, brandstoffen en motortechnologie (het "auto/olieprogramma") ten uitvoer heeft gelegd; dat de Commissie het APHEA-project ten uitvoer heeft gelegd, waarin de externe kosten van luchtvervuiling door motorvoertuigen worden geschat op 0,4 % van het BBP van de Europese Unie; dat in andere onderzoeken wordt geconcludeerd dat de externe kosten tot 3 % van het BBP van de Europese Unie kunnen oplopen; dat de Commissie een actieplan "Auto van morgen" ten uitvoer heeft gelegd, waarmee wordt beoogd een bijdrage te leveren tot de "auto van morgen", die schoon, veilig, zuinig en "intell
...[+++]igent" zal zijn; dat dit actieplan de uitvoering is van de communautaire maatregelen ter bevordering van onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten die moeten leiden tot schone auto's; dat noch de O O-inspanningen die in het kader van het actieplan voor de "auto van morgen" worden verricht noch het concurrentievermogen van de Europese Unie ten aanzien van O O op automobielgebied in gevaar mogen worden gebracht; dat de Europese auto- en olieindustrie het EPEFE-onderzoeksprogramma heeft uitgevoerd om de potentiële bijdrage van toekomstige voertuigen en de brandstoffen die deze aandrijven, te bepalen; dat er met het auto/olieprogramma en het EPEFE-programma naar werd gestreefd ervoor zorg te dragen dat voorstellen voor richtlijnen inzake de emissie van vervuilende stoffen de beste oplossingen voor zowel de burgers als de economie beogen; dat actie van de zijde van de Europese Unie met betrekking tot de aanstaande fasen 2000 en 2005 dringend noodzakelijk is; dat is gebleken dat een verdere verbetering van de auto-emissietechnologie nodig is om in het jaar 2010 een luchtkwaliteit te bereiken als beschreven in de mededeling van de Commissie inzake het auto/olieprogramma; (8) considérant que la Commission a mis en oeuvre un programme européen sur la qualité de l'air, les émissions produites par le trafic routier, les carburants et les techniques des moteurs (programme Auto-oil) afin de satisfaire aux exigences de l'article 4 de la directive 94/12/CE; que la Commission a mis en oeuvre le projet APHEA qui évalue à 0,4 % du PIB de l'Union européenne le coût externe de la pollution de l'air due aux véhicules à moteur; que des estimations plus approfondies établissent ce coût à 3 % du PIB de l'Union européenne; que la Commission a mis en oeuvre le plan d'action «La voiture de demain» destiné à promouvoir la voiture de l'avenir qui sera propre, sûre, économique et «intelligente»; que ce plan d'action prévoit d
...[+++]es mesures communautaires d'encouragement de la R D visant à la mise au point de voitures propres et que ni les efforts de R D entrepris dans le cadre du plan «La voiture de demain» ni la compétitivité de la R D communautaire dans le secteur automobile ne sauraient être compromis; que l'industrie automobile et l'industrie pétrolière européennes ont mis en oeuvre le programme européen sur les émissions, les carburants et les technologies des moteurs (EPEFE) pour déterminer quelle pourrait être la contribution des véhicules du futur et des carburants qui les propulseront; que les programmes Auto-oil et EPEFE ont pour but de garantir que les propositions de directives sur les émissions polluantes recherchent les solutions les meilleures à la fois pour les citoyens et pour l'économie; qu'une action de la Communauté s'impose d'urgence en prévision des étapes 2000 et 2005; qu'il est apparu clairement qu'une amélioration supplémentaire des techniques antipollution des véhicules automobiles était nécessaire pour atteindre en l'an 2010 les objectifs de qualité de l'air décrits dans la communication de la Commission sur le programme Auto-oil;