— de zaken waarvoor de kamer van inbeschuldigingstelling bij de inwerkingtreding van deze wet reeds een arrest van verwijzing naar het hof van assisen heeft gewezen, maar die nog niet voor het hof van assisen werden behandeld, worden afgehandeld overeenkomstig de bepalingen die van toepassing waren op het ogenblik waarop het verwijzingsarrest werd gewezen, met uitzondering van de artikelen 341, 342, 348 tot 352 en 357 van het Wetboek van strafvordering, die de motivering van de schuldvraag betreffen.
— les affaires pour lesquelles la chambre des mises en accusation a déjà rendu un arrêt de renvoi devant la cour d'assises au moment de l'entrée en vigueur de la présente loi, mais qui n'ont pas encore été examinées devant la cour d'assises, sont traitées conformément aux dispositions qui étaient d'application au moment où l'arrêt de renvoi a été rendu, à l'exception des articles 341, 342, 348 à 352 et 357 du Code d'Instruction criminelle, qui concernent la motivation de la culpabilité.