Het in artikel 109 J, lid 1, vierde streepje, van het Verdrag genoemde criterium inzake de convergentie van het niveau van de rentevoet betekent dat een Lid-Staat, gemeten over een periode van één jaar vóór het onderzoek, een gemiddelde nominale lange-termijnrente heeft gehad die niet meer dan 2 procentpunten hoger ligt dan die van ten hoogste de drie Lid-Staten die op het gebied van prijsstabiliteit het best presteren.
Le critère de convergence des taux d'intérêt, visé à l'article 109 J paragraphe 1 quatrième tiret du traité, au cours d'une période d'un an précédant l'examen, signifie qu'un État membre a eu un taux d'intérêt nominal moyen à long terme qui n'excède pas de plus de 2 % celui des trois États membres, au plus, présentant les meilleurs résultats en matière de stabilité des prix.